Onderzoek naar kinderopvang voor baby’s en peuters en tewerkstelling in Vlaanderen
Kathy Goffin
De uitdaging
Dit onderzoek richtte zich op de link tussen kinderopvang van baby’s en peuters en de tewerkstelling van de ouders. Het gebruik en de kenmerken van formele en informele kinderopvang, de profielen van de verschillende types gebruikers, alsook hun tewerkstelling en de impact van de geboorte op de tewerkstelling, werd in kaart gebracht. Verder werden de stimulansen en drempels voor het gebruik van kinderopvang en de ondervonden en verwachte impact van kinderopvang beschreven.
De werkwijze & resultaten
De onderzoeksvragen werden onderzocht via deskstudie, verkennende diepte-interviews, een analyse van administratieve data (data uit de datawarehouse van het Agentschap Opgroeien werden daarvoor gekoppeld met de datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming van de Kruispuntbank Sociale Zekerheid), een grote online enquête bij zowel gebruikers als niet-gebruikers van kinderopvang en telefonische diepte-interviews met (kwetsbare) niet-gebruikers.
We leerden dat er een belangrijke link bestaat tussen het gebruik van formele kinderopvang en de tewerkstelling van de ouders, die zich onder andere toont in de reden om beroep te doen op formele kinderopvang (tewerkstelling is dé prioritaire reden) en naar voor komt uit de analyse van de socio-economische positie van de ouders die wel en geen beroep doen op formele kinderopvang. De link tussen het gebruik van kinderopvang en tewerkstelling is bovendien voornamelijk zichtbaar bij moeders, meer dan bij de vaders, waardoor formele kinderopvang bijdraagt aan de gendergelijkheid op onze arbeidsmarkt.
Wel toont zich een grote sociale kloof tussen gebruikers en niet-gebruikers van formele kinderopvang, die aantoont dat knelpunten in de toegankelijkheid van formele kinderopvang voor bepaalde gezinnen blijven bestaan. Niet alle ouders hebben een tewerkstelling die het mogelijk maakt om de tewerkstelling te combineren met formele kinderopvang (bv. flexibiliteit in de werkuren, geen vroege of late uren of geen weekendwerk, een stabiele werksituatie, mogelijkheid om deeltijds te werken, …) en/of kunnen aanvullend terugvallen op informele kinderopvang.
Uit de bevraging van niet-gebruikers van formele kinderopvang komen diverse drempels voor het gebruik van formele kinderopvang naar voor: een beperkt vertrouwen in de kwaliteit van de kinderopvang, een te hoge (gepercipieerde) kostprijs, beperkte beschikbaarheid van (inkomensgerelateerde) opvangplaatsen, onvoldoende flexibiliteit in de opvanguren of in de termijn waarop men een opvangplaats dient te reserveren, of onvoldoende ruime openingstijden. Het onderzoek toont aan dat het wegnemen van deze drempels een belangrijke impact kan hebben op de Vlaamse arbeidsmarkt.
Link naar rapport: https://www.vlaanderen.be/publicaties/onderzoek-naar-kinderopvang-voor-babys-en-peuters-en-tewerkstelling-in-vlaanderen