Projecten

De uitdaging

‘Kleine Kinderen Grote Kansen’ was een netwerk waarin alle educatieve bacheloropleidingen kleuter- en lager onderwijs in Vlaanderen samen werkten aan eenzelfde missie: meer grote onderwijskansen voor alle kinderen realiseren. Het werd in 2016 opgericht en tot eind 2023 ondersteund door de Koning Boudewijnstichting en het Departement Onderwijs & Vorming. 

Concreet werden projecten in hogescholen gefinancierd om met studenten en stagescholen nieuwe methodieken uit te werken rond thema’s als taalstimulering, kansarmoede, diversiteit, executieve functies, warme relaties en sterke transities. Verder waren er lerende netwerken met onderwijsprofessionals, en flankerend onderzoek en communicatie via Klasse. 

Ter voorbereiding van een beslissing inzake verlenging of verduurzaming van het project na 2023, stelde de Koning Boudewijnstichting IDEA Consult aan als externe evaluator. 

De werkwijze & resultaten

Volgende evaluatievragen stonden centraal in deze externe evaluatie: 

• Impactevaluatie 

1. Wat zijn de resultaten (outputs, outcomes, impact) van het project KKGK? 

• Procesevaluatie 

1. Wat zijn de sterktes van het project? Zijn er nog kansen? 

2. Welke contextfactoren bevorderen dan wel belemmeren het welslagen van het project? 

3. In welke mate is er draagvlak of nood aan continuering van het initiatief? 

• Aanbevelingen voor het beleid 

1. Hoe zou een opvolger voor KKGK er kunnen uitzien? 

2. Wat is er nodig om de structurele oorzaken van kinderarmoede aan te pakken? 

De interne evaluaties door het projectteam vormden het startpunt voor de externe evaluatie. 

Voor de externe evaluatie werden data verzameld uit verschillende bronnen en vanuit verschillende perspectieven:  

• In een eerste fase werd een deskstudie uitgevoerd. Deze omvatte onder andere de projectvoorstellen en de interne evaluatierapporten.  
• Daarna werden er verschillende (groeps)interviews afgenomen bij zowel actoren die intensief betrokken waren bij het project, bredere partners, intermediaire organisaties, en buitenstaanders met een geïnformeerd oordeel.  
• Er werd een focusgroep met projectmedewerkers (n=8) die op de hogescholen de deelprojecten uitvoerden, georganiseerd. 
• Daarnaast werden ook de opleidingshoofden bevraagd via een enquête (n=17) en een focusgroep (n=6). 
• Een derde focusgroep werd georganiseerd met ‘trouwe deelnemers’ (n=4), of ook onderwijsprofessionals die meermaals deelnamen aan het project (zij het aan de lerende netwerken, aan de deelprojecten als stageschool, of een combinatie van beide). 

Om de aanbevelingen vorm te geven, werd er eerst een workshop georganiseerd met dagelijks bestuur en enkele trouwe deelnemers. Vervolgens werden op de slotdag van de afgelopen projectperiode rondetafelgesprekken georganiseerd met een 30-tal deelnemers om verder te reflecteren op de aanbevelingen. 

Het eerste luik van de aanbevelingen bevat voorstellen voor een mogelijke opvolger van Kleine Kinderen Grote Kansen, waarbij de sterke punten behouden blijven en de aandachtspunten worden geremedieerd. Het tweede luik van de aanbevelingen herneemt een deel van de nota ‘Hefbomen om de structurele oorzaken van Kinderarmoede aan te pakken’ van de Koning Boudewijnstichting, om te beklemtonen dat een integrale benadering noodzakelijk blijft om de structurele oorzaken van kinderarmoede aan te pakken.