Projecten

Elk jaar werken wij aan meer dan 300 projecten.
Image

Evaluatie van de werkgelegenheidssteun in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest


Daphné Valsamis

Senior Expert Arbeidsmarkt & Sociaal-Economisch Beleid
"In deze evaluatie hebben we 8 verschillende werkgelegenheidsmaatregelen die afhankelijk zijn van verschillende Brusselse instellingen beoordeeld. Het was een echte uitdaging om alle gegevens en informatie te verzamelen die nodig waren voor deze evaluatie, maar we zijn er erg trots op dat deze evaluatie heeft kunnen leiden tot een hervorming van de werkgelegenheidssteun in Brussel."

De uitdaging

Ondanks een bemoedigende trend in de werkloosheidsgraad de afgelopen jaren, heeft het Brussels Gewest nog steeds de hoogste werkloosheidsgraad van het land: in 2021 bedroeg deze 15,5%. In totaal staan 88.780 Brusselaars voor de uitdaging om werk te vinden. Het is echter belangrijk op te merken dat de evolutie van de werkloosheidscijfers in het Brussels Gewest de laatste jaren bijzonder bemoedigend is. Sinds 2013 kende het Gewest elk jaar een sterke daling van de werkloosheidsgraad, vooral bij jongeren (tussen 2013 en 2019 daalde de werkloosheidsgraad voor deze groep met 10,7 procentpunten). Deze bemoedigende trend kwam echter tot stilstand in 2020 als gevolg van de COVID-19-epidemie die twee risicogroepen het hardst trof: jongeren en laaggeschoolden.

Als antwoord op deze context en de grote uitdagingen, met name op het vlak van werkgelegenheid in Brussel, heeft de Brusselse regering verschillende strategieën geïmplementeerd. In het kader van de Strategie GO4Brussels 2030, en meer bepaald doelstelling 2.2 “Iedereen de toegang tot stabiel en duurzaam werk waarborgen”, willen Brussel Economie en Werkgelegenheid en Actiris, in samenwerking met de sociale partners, de prestaties van het activeringsbeleid en de verschillende maatregelen ter ondersteuning van de tewerkstelling evalueren. Dit project kadert in deze doelstelling en wil meer specifiek de relevantie, coherentie, kwaliteit van implementatie en opvolging, efficiëntie, effectiviteit en impact van de volgende werkgelegenheidsondersteunende maatregelen evalueren:

  • Activa.brussels en het aanmoedigen van training       
  • Prime Phœnix 
  • First Stage
  • Hulp bij zelfstandig ondernemerschap            
  • Mentorpremie en Premie jongere in alternerende opleiding  
  • Verlaging van sociale bijdragen 57+   
  • Doorstromingsprogramma van de Franstalige Gemeenschap            
  • Integratiepremie          

Daarnaast was het doel van de studie om aanbevelingen te formuleren om dit pakket maatregelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid te verbeteren en de positieve impact ervan op Brusselse werkzoekenden die het verst van de arbeidsmarkt af staan te maximaliseren.

De werkwijze & resultaten

In deze evaluatie hebben we 8 verschillende werkgelegenheidsmaatregelen beoordeeld. Om die beoordelingen uit te voeren, hebben we voor elke maatregel op grote schaal administratieve gegevens verzameld, enquêtes en interviews afgenomen bij begunstigde en niet-begunstigde bedrijven, enquêtes afgenomen bij begunstigde werkzoekenden en interviews afgenomen bij de sociale partners. Deze evaluatie leidde tot de volgende bevindingen met betrekking tot de werkgelegenheidsmaatregelen:

  • Bevinding 1: Een groot deel van de werkzoekenden wordt ondersteund door een tewerkstellingsmaatregel, maar slechts 12,8% van de werkzoekenden met een activa.brussels attest heeft deze ook effectief geactiveerd.
  • Bevinding 2: Een klein deel van de bedrijven maakt gebruik van werkgelegenheidsmaatregelen en meestal op sporadische en niet-structurele basis.
  • Bevinding 3: Werkgelegenheidsmaatregelen bestrijken een relatief breed scala aan profielen van werkzoekenden, maar de mensen die het verst van de arbeidsmarkt af staan worden steeds minder door deze maatregelen bereikt.
  • Bevinding 4: Bedrijven hebben geen duidelijk beeld van de verschillende bestaande tewerkstellingsmaatregelen zijn en verkrijgen die informatie vaak via een kandidaat-werknemer.
  • Bevinding 5: Het niet opnemen van steun wordt niet verklaard door de administratieve last en de procedures die komen kijken bij het verkrijgen van steun, maar eerder door de moeilijkheid om geschikte kandidaten te vinden die voldoen aan de subsidiabiliteitscriteria.
  • Bevinding 6: Sommige maatregelen zijn een bron van grote ontevredenheid voor begunstigde individuen en bedrijven door sommige intrinsieke voorwaarden.
  • Bevinding 7: Toezicht op en opleiding van werknemers met bijstand zijn beperkt in bedrijven ook al zijn de vereiste taken vaak dezelfde voor werknemers met en zonder bijstand.
  • Bevinding 8: Maatregelen die niet altijd hun oorspronkelijke doel bereiken.
  • Bevinding 9: Het buitenkanseffect van de maatregelen is significant voor de 57+ verlaging en de Mentorpremie en relatief laag voor het Doorstromingsprogramma.
  • Bevinding 10: De 57+ verlaging is veruit de maatregel die de overheid het meeste kost, maar het minst terugverdient.